zaterdag 14 augustus 2021

Ile d’Ouessant - Cherbourg

Grote Mees vertrekt vroeg, jammer voor R hij zou nog uurtje met Rob foilen. Tijdens het dag zeggen was R waterslangen aan het koppelen zodat de 30 meter overbrugd werd en stopt hij de slang in de vuilwatertank (stond halfvol)…….deze loost achter in de spiegel. Hier lag de rib te wachten op de foil actie van Rob en R…..brrrrr! Maar niet zeiken, gewoon doorpakken en alles schoonmaken. Hierna voor de zekerheid beetje chloor in de tank en jawel we hebben weer een verhaal…..

Wij vertrekken naar Ile d’Ouessant (Usant), het meest westelijke punt van Frankrijk. Een klein eiland, zonder jachthaven waar je kunt ankeren of aan een mooring, mits de wind en swell het toelaten. De ankerplaats bij het ‘hoofdplaatsje’/dorp ligt pal in de wind en wordt dan afgeraden, maar in onze pilot zagen we er ook een aan de Noordkant. Die gaan we proberen; wat ankerervaring opdoen. Het is een heerlijke zeiltocht er naartoe. Bij het ronden van het eiland komen we ineens weer van het ene op het andere moment in een enorme centrifuge, veel golven, stroom en een ruige zee; vergelijkbaar met de Raz de Sein. We hebben ineens 4 knopen stroom mee en ronden met een noodgang het eiland, waarna de golven ook weer afnemen, en gaan op zoek naar de ankerplek. Vanaf zee lijkt het allemaal een grote rots, ik word nog niet direct blij. Maar als we de plek naderen opent zich een mooie baai en zien we ook wat vissersbootjes. Dit is het dus. We laten het ankervallen in 14 meter, nu laag water. Er komt nog 6 meter bij. De rotsen om ons heen verdwijnen onder water..
Om ons een wordt veel gewandeld over de rotsen. Wanneer we met de rubber een verkenningstoer willen maken, roeit D na drie slagen de ‘dol’ eraf. We moeten op zoek naar een pen om de peddel weer vast te kunnen zetten. We laten de tocht voor wat deze is en bekijken de omgeving vanaf de boot.

Het windzeiltje op de giek, de flopperstopper gaat uit om de deining te dempen. R is aan versie 2 mbt de floppenstopper, moet iedere keer beter/handiger. 

In het museum in Douarnenez hebben we gezien dat in veel zeeschepen overdwars geslapen wordt, zodat je niet zo ligt de rollen in bed op de deining. Mente wordt geraadpleegd, en jawel hij kent het van School at Sea! lekker slapen was zijn antwoord. Dat gaan we vannacht proberen. Voor D een succes; ik pas overdwars in bed. Voor R is het wat te kort; halverwege de nacht vertrekt R toch naar de achterkajuit. Al met al hebben we toch lekker geslapen. 
‘s Ochtends is er mist, hoge golven en ziet het er onheilspellend uit. We houden maar even een pyama ochtend. Een paar uur later klaart het op en ziet de wereld er weer prachtig uit. We nemen toch een duik en weten  niet hoe snel we weer op de boot moeten klimmen. Niet gaan is voor watjes….Maar het water is 14 graden! Met de rubberboot naar de kant is niet echt een optie; er is geen goede plek om de rubber een paar uur vast te leggen.
We houden scheepsraad en besluiten dit eiland te laten voor wat het is. Vanmiddag gaan we met de stroom mee weer een stuk naar het noorden. Een nachtje door en 165 mijl naar Cherbourg. Vandaar uit weer een stukje kust doen die we nog niet kennen. Ankerop gaat soepel; we trekken super grote bladeren zeewier mee, D zag het niet zitten deze te gebruiken bij de sla, jammer.

Het wordt een tocht van - op 2 uur na - 100% motoren. Er is heel weining/tot geen wind en dan ook nog van achteren. De eerste 12 uur nog wel flinke golven, maar ook die worden in de loop van de tocht minder. Voor de verandering ook wel een keertje lekker! R zet met de Walder alles snaar strak zodat we geen schade krijgen door de harde klappen van de golven, blij dat de harpen vervangen zijn door softshackles. Alle geluiden gaan R altijd irriteren, dus hij is er maar druk mee. Bij vertrek zien we de Iskander nog op de AIS, zij varen 10 mijl oostelijker en zijn onderweg naar L’Aber wrach. We hebben nog een heerlijk nasimaaltijd over van gisteren en die gaat er ook op zee weer goed in, compleet met pindasus, gebakken ei, augurk, zilveruitje en natuurlijk een toetje.  Het is enorm rustig op zee, bijna geen vissers en andere schepen. Maar wel een zeilboot die we kennen. Tijdens de nachtwacht van D passeren we de Pacific Blue; een Breehorn 44 van Hans en Irene Fokke. Zij zijn met hun zoontje begonnen aan hun wereldreis, met een jaar corona-vertraging. Natuurlijk roep ik even op. Hoe leuk is het om om 4 uur ‘s nachts op zee even bij te praten met Irene, die ook op wacht zat. 

Het is nog even spannend of we Cherbourg in kunnen of moeten ankeren. We hadden begrepen dat ze tot 15 augustus maar beperkt bezoekers toelaten vanwege de Rolex Fastnedrace die vanuit deze haven wordt georganiseerd. Als we in de buurt komen zien we wel de nodige boten vertrekken, dus dat dat stemt positief, dan is er immers ook weer een plek. Eenmaal in de haven is er plek aan het visitorsponton, vanwaar je met je eigen rubberboot naar de kant moet. Alle overige bezoekersplekken/-steigers zijn voor de Fastned. Wij zijn al lang blij.

Het is een heerlijk sfeertje in de haven. Een heel dorp met bars, tenten, stands, muziek… We genieten van de sfeer onder het genot van een paar heerlijke biertjes. Daarna lopen we nog over een steiger met deelnemende boten. Er zitten hele snelle, indrukwekkende schepen bij; er hangt ongelovelijk veel te drogen (….), maar er zitten ook wel meer gangbare schepen bij zoals X-jachten, Beneteaus, en zelfs wat klassiekers. Mooi om te zien…
Aankomst Cherbourg

Tijdens het eten houden we scheepsraad…. Morgenochtend even naar de supermarkt en dan met de stroom mee naar Ouistreham, is nu het plan.
We lezen, luisteren en af en toe een belletje voor het Volmacht360 congres of met het maatje van R. 

Geen opmerkingen: