woensdag 21 juli 2021

Cherbourg - Aber Wrach


De wekker staat, shit Robert…..waarom! Er is een afspraak om bij de Chiara: “ even” de Iridium te installeren ( de satelliettelefoon). Tijdens het ontbijt is Robert zich aan het inlezen en ketst een paar instructies naar de Chiara. Dianne kan een paar uurtjes werken terwijl ‘even’ ruim 2 uur wordt. Robert brengt de fiets van Annet mee voor een bezoekje aan de Carrefour, helaas dicht :(.

Ondertussen geeft Robert de ‘autohelm’ voor aan de windvaan te leen aan een mede zeiler die een kapotte stuurautomaat heeft, Jaap van de Elsa uit Marken. 2 uur later horen we dat hij naar behoren werkt, leuk! Hoop dat ze nu nog een mooie reis maken en bij Beute een nieuwe automaat bestellen. 


Na diesel tanken gaan we rond 1600 de haven uit. In de reusachtige kom voor de marina is het ruzie met de Code 0. Shit waarom draait dat ding niet op/uit. Dan maar strijken, zak lag al klaar. Zeil op gevouwen en dan ziet Robert dat het de bovenste top-wartel vergeten is!!!! Stomstom… hij blijft maar roepen wat een stommerd hij is. Hierna loopt de Code-0 weer als een zonnetje. Tocht in de plotter en belangrijke havens genoteerd als ‘alternatief’ en we varen prachtig de havenkom van Cherbourg uit, grootzeil en code 0.





We varen om Alderney heen richting Brest. We denken zo uiteindelijk toch sneller te zijn dan via de Alderney Race op de hele tocht. Maar uiteindelijk blijkt dat toch niet zo te zijn. We zien de Chiara en Iskander nog lang op de AIS. De Chiara loopt uit (of motoren ze meer?) Er is weinig wind en de snelheid was lange tijd maar 3 knopen en met stroom mee gelukkig weer wat sneller. Het grootste deel van de tocht deden we ‘vlinderend’. (Voorzeil uitgeboomd en grootzeil naar de andere kant.  De tocht naar Camaret gaat door het Chenal du Four en daar moet je toch echt stroom mee hebben. Als we door zouden varen kwamen we daar op het meest ongunstigste moment.  De scheepsraad was weer kort. We gaan de rivier op naar Aber Wrach en daar voor anker. Een ‘Tij-stop’ dus. Niet nog een nachtje doorvaren, maar ankerend op een getijde-rivier. Zodra we stil liggen, gaat de onze nieuwe rubberboot, of beter de rib de eerste keer het water in. Met harde bodem (heel fijn) en een heel snelle motor zodat we kunnen planeren.  (D moet hier even aan wennen, hij gaat wel heel hard als je wilt (en maakt een hoop herrie), maar je wordt niet nat!).